Op Prinsjesdag heeft het kabinet de nieuwe begroting, fiscale maatregelen en voornemens voor 2023 en latere jaren gepresenteerd. Zoals deels al aangekondigd zijn er verschillende wijzigingen voorgesteld die ook voor u als vermogende particulier of directeur-grootaandeelhouder veel impact kunnen hebben. Hier zetten wij de voor u relevante maatregelen op een rij.
Inkomstenbelasting
De tarieven in box 1 worden voor 2023:
- In 2023 blijft het box 2-tarief gelijk aan het tarief zoals het is in 2022 (26,9%). Vanaf 2024 wordt net als in box 1 ook een schijvenstelsel ingevoerd in box 2. Voor box 2 inkomen tot EUR 67.000 geldt een tarief van 24,50%. Inkomsten boven de EUR 67.000 worden belast tegen een tarief van 31%. Partners kunnen allebei gebruikmaken van het lagere tarief.
- In 2023, 2024 en 2025 wordt voor box 3, vooruitlopend op een heffing naar werkelijk rendement in 2026, aangesloten bij de forfaitaire spaarvariant die is uitgewerkt naar aanleiding van het Kerstarrest van december 2021.
- In de forfaitaire spaarvariant wordt gewerkt met drie forfaits (fictieve rendementen); één voor spaartegoeden (banktegoeden, waaronder contant geld), één voor (alle) schulden en één voor de overige bezittingen (waaronder bijvoorbeeld beleggingen en vastgoed).
- Het fictieve rendementspercentage voor overige bezittingen bedraagt 5,53% (voor 2022, voor 2023 is het percentage nog niet bekend). De rendementspercentages voor spaargeld en schulden worden pas na afloop van het belastingjaar vastgesteld om het werkelijk in een kalenderjaar behaalde rendement zo goed mogelijk te benaderen.
- De forfaits van box 3 worden toegepast op de werkelijke vermogensmix, dat wil zeggen dat het daadwerkelijke spaargeld, de werkelijke schulden en de werkelijke overige bezittingen op 1 januari 2023 worden vermenigvuldigd met de hierboven genoemde percentages en vervolgens worden gesaldeerd (“Box 3 Forfait”).
- Het Box 3 Forfait wordt in 2022 nog belast tegen een percentage 31%, in 2023 belast tegen een percentage van 32%, in 2024 tegen een percentage van 33% en in 2025 tegen een tarief van 34%.
- Om te voorkomen dat misbruik wordt gemaakt door overige bezittingen (bijvoorbeeld laag renderende beleggingen) tijdelijk om te zetten naar spaartegoeden wordt een arbitrageperiode van drie maanden ingevoerd. Hierdoor worden tijdelijke omzettingen geacht niet te hebben plaatsgevonden, tenzij belastingplichtige aannemelijk maakt dat daaraan niet-fiscale overwegingen ten grondslag hebben gelegen.
- Het heffingsvrij vermogen in box 3 wordt voor 2023 EUR 57.000. Partners kunnen ieder gebruik maken van de vrijstelling.
- Voor woningen welke op 1 januari worden verhuurd met huurbescherming geldt, zowel voor de inkomstenbelasting als de schenk- en erfbelasting, de leegwaarderatio. De WOZ waarde vermenigvuldigd met de leegwaarderatio is de waarde die moet worden opgenomen als overige bezitting. Bij verhuur aan gelieerde partijen (bijvoorbeeld een kind) of bij tijdelijke huurcontracten kan effectief geen leegwaarderatio meer worden toegepast.
- De middelingsregeling wordt afgeschaft, maar blijft van toepassing op verzoeken om een middelingsteruggaaf over het jaar 2022 of een daaraan voorafgaand kalenderjaar.
Overige belastingen
Vennootschapsbelasting
De schijven en tarieven in de vennootschapsbelasting worden voor 2023:
Schenk- en erfbelasting
- De hoogte van de vrijstelling voor de eigenwoningschenking (‘Jubelton’) wordt met ingang van 2023 teruggebracht van EUR 106.671 naar EUR 28.947.
- De vrijstelling voor de eigenwoningschenking blijft in 2023 ook gelden voor schenkingen aan niet-kinderen met een leeftijd tussen de 18 jaar en 40 jaar.
- Eigenwoningschenkingen die in 2022 zijn gedaan en in 2022 nog niet zijn aangewend voor de eigen woning kunnen in zowel 2023 als 2024 nog worden aangewend zonder dat alsnog schenkbelasting is verschuldigd.
Overdrachtsbelasting
Het tarief van de overdrachtsbelasting stijgt per 1 januari 2023 van 8% naar 10,4%. Het tarief van 2% en de vrijstelling voor onroerende zaken die gaan kwalificeren als eigen woning blijven ongewijzigd.
Loonbelasting
- Voor de bepaling van het gebruikelijk loon van de directeur-grootaandeelhouder (“DGA”) bij de eigen vennootschap wordt gewerkt met de zogeheten doelmatigheidsmarge. Hierdoor mag het loon van DGA nu 25% lager worden gesteld dan normaal is voor het niveau en de duur van de arbeid. Deze doelmatigheidsmarge wordt afgeschaft. Het loon en de belastingheffing hierover in box 1 gaan hierdoor omhoog.
- De hoogte van het loon waarover expats de zogeheten 30%-regeling toe kunnen passen wordt vanaf 2024 gemaximeerd op de ‘Balkenende-norm’ (in 2022 EUR 216.000). Er wordt een overgangsregeling ingesteld voor werknemers die in 2022 al gebruik maken van deze regeling. Voor hen geldt dat de aftopping pas toepassing vindt per 1 januari 2026.
- De onbelaste reiskostenvergoeding gaat per 1 januari 2023 omhoog van EUR 0,19 per kilometer naar EUR 0,21 per kilometer en vanaf 2024 naar EUR 0,22 per kilometer.
- De bijtelling voor volledig elektrische auto’s wordt 16% in 2023 tot een cataloguswaarde van EUR 30.000. Voor het meerdere geldt een bijtellingspercentage van 22%.
Overige relevante ontwikkelingen
De wet excessief lenen bij eigen vennootschap is vorige week al door de Tweede Kamer aangenomen. Hiermee wordt beoogd om leningen van de vennootschap(pen) van een DGA, met uitzondering van kwalificerende eigenwoningschulden, aan de DGA of directe familieleden van de DGA als dividend te belasten. Er geldt een drempel van EUR 700.000, waardoor de eerste EUR 700.000 aan leningen vanuit de BV aan een DGA niet als dividend in aanmerking wordt genomen. Deze wet gaat naar verwachting per 1 januari 2023 in werking treden, de eerste peildatum zal 31 december 2023 zijn.
Voor de aftrek van periodieke giften in de inkomstenbelasting een plafond wordt ingevoerd van EUR 250.000 per jaar (is nu niet gemaximeerd). De versobering van deze regeling wordt in een nota van wijziging nog verder uitgewerkt.
In het Belastingplan wordt vooralsnog geen aandacht besteed aan de versobering van de bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR). In november van dit jaar volgt nog een kabinetsreactie over de BOR in de inkomstenbelasting en erf- en schenkbelasting, waarbij wordt ingegaan op wijzigingen die reële bedrijfsopvolgingen eenvoudiger en eerlijker maken en oneigenlijk gebruik moet tegengaan.
Disclaimer
Ondanks alle zorg die aan deze uitgave is besteed, blijven vergissingen mogelijk. De Rendtmeesters kan geen aansprakelijkheid nemen voor onvolledigheden/onjuistheden, noch voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave.




